Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat doet pentamidine en waarbij gebruik ik het?
- Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
- Mag ik pentamidine gebruiken met andere medicijnen?
- Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
- Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
- Hoe gebruik ik dit medicijn?
pentamidine
Pentamidine remt de groei van bepaalde schimmels en parasieten.
Artsen schrijven het voor bij longontsteking door de pneumocystis-schimmel, bijvoorbeeld bij mensen met hiv of aids. Verder bij de infectie met parasieten zandmugziekte (leishmaniasis of kala-azar) en de Afrikaanse slaapziekte (trypanosomiasis).
Wat doet pentamidine en waarbij gebruik ik het?
Hiv
Mensen die besmet zijn met hiv (virus dat aids veroorzaakt) kunnen een verminderde afweer hebben. Hierdoor hebben zij meer kans op ernstige infecties door sommige ziekteverwekkers. Bijvoorbeeld een longontsteking door pneumocystis-schimmels.
Kijk voor meer informatie bij Longontsteking.
Longontsteking
Pentamidine wordt gebruikt bij een longontsteking door een bepaalde schimmel, namelijk Pneumocystis. Deze longontsteking komt bijna alleen voor bij mensen met een erg verminderde weerstand, zoals bij mensen met hiv of kanker.
Verschijnselen
Bij mensen met een verminderde afweer kan de pneumocystis-schimmel een ernstige longontsteking veroorzaken. U voelt zich dan flink ziek, heeft koorts en moet vaak hoesten. Het ademen kan pijnlijk zijn en vaak bent u benauwd.
Behandeling
Artsen schrijven pentamidine voor bij de behandeling van een pneumocystis-longontsteking als u cotrimoxazol (antibioticum) niet mag gebruiken of als dit niet goed heeft gewerkt. Soms schrijven artsen pentamidine ook voor om deze longontsteking te voorkomen.
Infecties met parasieten
Parasieten zijn kleine ziekteverwekkers, die een ander levend wezen nodig hebben voor hun ontwikkeling. Zij voeden zich ten koste van hun gastheer.
Zandmugziekte (leishmaniasis, kala-azar)
De zandmugziekte wordt veroorzaakt door de eencellige parasiet Leishmania. Er zijn meer dan 20 soorten van deze parasiet.
De ziekte komt met name voor in de tropen en landen rond de Middellandse Zee. Het wordt verspreid door besmette zandvliegen. Besmette mensen of dieren kunnen elkaar verder besmetten.
De zandmugziekte tast meestal de huid aan (cutane leishmaniasis). Daarbij ontstaan huidzweren die kunnen leiden tot ernstige littekens. De huidzweren kunnen vanzelf genezen, maar ook weer terugkomen. Deze vorm is niet dodelijk.
In de ernstige gevallen tast de zandmugziekte de organen aan (viscerale leishmaniasis, kala-azar). Hierbij horen klachten zoals koorts, gewichtsverlies, bloedarmoede en vergroting van de milt en lever. Deze vorm is dodelijk zonder behandeling.
Afrikaanse slaapziekte (humane Afrikaanse trypanosomiasis)
De Afrikaanse slaapziekte wordt veroorzaakt door de parasiet Trypanosomiasis brucei.
De ziekte komt met name voor in Sub-Sahara Afrika. Het wordt verspreid door besmette tseetseevliegen, een soort steekvlieg. Soms ontstaat een zweer op de plek waar u bent gebeten.
De Afrikaanse slaapziekte begint met klachten zoals koorts, hoofdpijn en jeuk. Dan zit de parasiet nog alleen in het bloed.
Na enkele weken tot maanden dringt de parasiet door tot het brein. Hierdoor ontstaan klachten zoals verward zijn, moeilijker kunnen bewegen en suf zijn. Het meest kenmerkend is dat het slaappatroon verandert. Iemand kan bijvoorbeeld niet meer slapen in de nacht. Of in slaap vallen overdag.
Als de slaapziekte niet wordt behandeld, leidt de slaapziekte tot coma en uiteindelijk de dood.
Behandeling
De zandmugziekte en Afrikaanse slaapziekte kunnen worden behandeld met verschillende medicijnen tegen parasieten. Zoals pentamidine.
- Zandmugziekte: pentamidine wordt gebruikt bij zandmugziekte die in de huid of in de organen zit.
- Afrikaanse slaapziekte: pentamidine werkt zolang de parasiet nog niet in het brein zit. Dus als de ziekte op tijd wordt ontdekt.
Pentamidine werkt ook om te voorkomen dat u de slaapziekte krijgt.
Werking
Pentamidine zorgt ervoor dat de parasieten niet meer kunnen delen. Bij de zandmugziekte zorgt het er ook voor dat parasiet geen energie meer krijgt en sterft.
Lees meer over infecties met parasieten . “Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
Na inhalatie:
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Hoesten, benauwdheid en piepend ademhalen.
Als u rookt of astma heeft dan is de kans groter dat u hier last van krijgt. Heeft u hier last van? Raadpleeg uw arts. Uw arts kan mogelijk een extra medicijn voorschrijven om deze klachten te verminderen.
Misselijk zijn en veranderde smaak.
Diabetes. U kunt diabetes krijgen na het stoppen van dit medicijn. Uw arts zal regelmatig uw bloedglucose controleren. Ook nadat u bent gestopt met dit medicijn. Heeft u diabetes mellitus type 2 en gebruikt u dit medicijn? Controleer extra uw bloedglucose.
Let op klachten van te veel of te weinig glucose in uw bloed. U kunt in het begin last krijgen van een erge daling van uw bloedglucose. Daarna kunt u een toename van uw bloedglucose krijgen. Waarschuw dan uw arts. Als u dit medicijn gebruikt zal uw arts ook regelmatig uw bloedglucose controleren. De arts zal dit ook doen nadat u bent gestopt met dit medicijn.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Een bepaalde vorm van een longontsteking. Waarschuw uw arts bij kortademigheid, ernstig hoesten, of andere problemen met ademen.
Klaplong. Dat betekent dat er lucht is gekomen tussen de long en de borst. Dit merkt u aan plotselinge pijn op de borst, kortademigheid en benauwdheid. Raadpleeg bij deze verschijnselen direct een arts.
Ontsteking van uw alvleesklier. Bij plotselinge hevige pijn in de bovenbuik moet u direct uw arts waarschuwen.
Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dat aan huiduitslag, galbulten of jeuk. Raadpleeg dan uw arts.
- In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan: koorts, ernstige benauwdheid, opgezwollen mond, tong, keel of gezicht, huiduitslag, ademhalingsproblemen, flauwvallen, blaren op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Stop in deze gevallen met dit medicijn en waarschuw meteen een arts of ga naar de Eerstehulpdienst.
- Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.
Huiduitslag
Verminderde eetlust
Moe zijn
Koorts
Te weinig glucose in uw bloed. Dit merkt u aan zweten, trillen en hartkloppingen.
Licht gevoel in het hoofd.
Verlaagde bloeddruk. U kunt last hebben van duizelig zijn, licht gevoel in uw hoofd en flauwvallen.
Tragere hartslag.
Na een infuus of injectie in de spieren:
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
Bloedplassen. U merkt dan dat er bloed in uw plas is.
Pijn, verharding van de huid, vorming van holtes met pus in de huid en afsterven van spierweefsel op de plaats van injectie of infuus.
De nierwerking gaat plotseling achteruit. Dit merkt u aan minder plassen en donkere urine, hoofdpijn en misselijk zijn, vochtophoping zoals dikke enkels, handen of een dik gezicht. Waarschuw uw arts als u hier last van heeft. Uw arts zal regelmatig uw nierfunctie controleren.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Te weinig witte en rode bloedcellen en bloedplaatjes in uw bloed. U kunt last krijgen van erg moe zijn, een bleke huid, koorts, grieperig gevoel, keelpijn, huidinfecties en blaren in de mond, bloedneuzen of blauwe plekken. Uw arts zal regelmatig uw bloed controleren.
- Door te weinig witte bloedcellen heeft u een verminderde lichaamseigen afweer. U merkt dit aan vaker infecties, zoals verkoudheid, longontsteking, blaasontsteking of huidinfecties. Of aan keelpijn, koorts en blaren in de mond. Krijgt u koorts of verschijnselen van een infectie, zoals benauwdheid, kortademigheid en hoesten? Raadpleeg dan altijd meteen uw arts.
- Te weinig rode bloedcellen merkt u aan extreme vermoeidheid en een bleke huid.
- Te weinig bloedplaatjes merkt u aan bloedingen, zoals bloedneuzen, kleine rode vlekjes in de huid, snel blauwe plekken en bloed in de plas.
Te veel of te weinig glucose in uw bloed. Te weinig glucose in uw bloed merkt u aan zweten, trillen en hartkloppingen. Te veel glucose in uw bloed merkt u aan veel dorst, veel moeten plassen en moe voelen.
Diabetes. U kunt diabetes krijgen na het stoppen van dit medicijn. Uw arts zal regelmatig uw bloedglucose controleren. Ook nadat u bent gestopt met dit medicijn. Heeft u diabetes mellitus type 2 en gebruikt u dit medicijn? Controleer extra uw bloedglucose.
Let op klachten van te veel of te weinig glucose in uw bloed. U kunt in het begin last krijgen van een erge daling van uw bloedglucose. Daarna kunt u een toename van uw bloedglucose krijgen. Waarschuw dan uw arts. Als u dit medicijn gebruikt zal uw arts ook regelmatig uw bloedglucose controleren. De arts zal dit ook doen nadat u bent gestopt met dit medicijn.
Blozen
Duizelig zijn en flauwvallen.
Om dit te voorkomen moet u liggen wanneer u een infuus of injectie in de spieren krijgt.
Verlaagde bloeddruk. U kunt last hebben van duizelig zijn, licht gevoel in uw hoofd en flauwvallen.
Om dit te voorkomen moet u liggen wanneer u een infuus of injectie in de spieren krijgt.
Misselijk zijn, braken en veranderde smaak.
Huiduitslag
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Een hoger risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of even buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor ouderen en mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het aangeboren of verworven verlengde QT-interval. Gebruik dit middel NIET als u deze hartritmestoornis heeft.
Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u een ander medicijn gebruiken. Indien u het medicijn toch moet gebruiken zal de arts u extra controleren.
Ontsteking van uw alvleesklier. Bij plotselinge hevige pijn in de bovenbuik moet u direct uw arts waarschuwen.
Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dat aan huiduitslag, galbulten of jeuk. Raadpleeg dan uw arts.
- In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan: koorts, ernstige benauwdheid, opgezwollen mond, tong, keel of gezicht, huiduitslag, ademhalingsproblemen, flauwvallen, blaren op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Stop in deze gevallen met dit medicijn en waarschuw meteen een arts of ga naar de Eerstehulpdienst.
- Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.
Tintelingen van de armen en benen.
Verminderd gevoel van de mond of gezicht.
Verder kan na injectie in de spieren afbraak van het spierweefsel ontstaan. U kunt dan last krijgen van spierkramp, koorts en een roodbruine kleur van uw plas.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Mag ik pentamidine gebruiken met andere medicijnen?
Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.
De belangrijkste wisselwerkingen met dit medicijn zijn de volgende.
- Medicijnen met een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Bij combinatie met pentamidine kan een ernstige hartritmestoornis ontstaan. Vooral bij vrouwen of bij mensen die ouder dan 70 jaar zijn of al een hartaandoening hebben. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Mogelijk controleert de arts uw hart met een hartfilmpje. Of schrijft hij een ander medicijn voor. U merkt een hartritmestoornis aan plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Neem direct contact op met uw arts als u dit merkt.
Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
Autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.
Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.
Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.
Hoe gebruik ik dit medicijn?
Hoe?
Vernevelvloeistof
U moet dit medicijn inhaleren met een vernevelaar. Van de arts of verpleegkundige van het ziekenhuis krijgt u een uitgebreide instructie. Hieronder volgt een aantal aandachtspunten.
- De vernevelaar kan gemakkelijk vervuilen met ziekteverwekkers. Het is daarom belangrijk hem dagelijks schoon te maken.
- Vraag om een extra uitleg als u nog vragen heeft over hoe u het apparaat moet gebruiken of schoonmaken. Het gebruik van een vernevelapparaat is niet eenvoudig.
Via een infuus of injectie in de spieren
U krijgt dit medicijn via een infuus of via een injectie in uw spieren. Dit medicijn wordt in het ziekenhuis gegeven door een gespecialiseerde verpleegkundige of arts.
Wanneer?
Vernevelvloeistof
U inhaleert dit medicijn 1 keer per maand of 1 keer per 2 weken.
Via een infuus of injectie in de spieren
Wanneer u dit medicijn toegediend krijgt, bepaalt uw arts. Het hangt af van uw ziekte.
- Longontsteking: u krijgt dit medicijn meestal 1 keer per dag. Krijgt u dit medicijn om een longontsteking te voorkomen? Dan krijgt u het 1 keer elke 2 of 4 weken.
- Zandmugziekte: u krijgt dit medicijn meestal 1 keer elke 2 dagen.
- Afrikaanse slaapziekte: u krijgt dit medicijn meestal 1 keer elke dag of 1 keer elke 2 dagen.
Krijgt u dit medicijn om slaapziekte te voorkomen? Dan krijgt u het meestal 1 keer elke 3 tot 6 maanden.
Hoelang?
Vernevelvloeistof
Hoe lang u dit medicijn moet gebruiken, bepaalt uw arts.
Via een infuus of injectie in de spieren
U krijgt dit medicijn vaak 14 tot 21 dagen lang achter elkaar.
- Longontsteking: u krijgt dit medicijn meestal 14 tot 21 dagen.
- Zandmugziekte: als de infectie alleen op uw huid zit, krijgt u dit medicijn meestal 3 tot 4 keer.
Zit de infectie in uw organen? Dan krijgt u dit medicijn tot 10 keer. Zo nodig kan uw arts de behandeling herhalen. - Afrikaanse slaapziekte: u krijgt dit medicijn meestal 7 tot 10 keer.
Krijgt u dit medicijn om slaapziekte te voorkomen? Dan krijgt u het elke 3 tot 6 maanden, zolang uw arts dat nodig vindt.